U ging uw hypothecaire lening aan tussen 1 januari 2005 en 31 december 2014? Dan geniet u verder de oude woonbonus als uw woonkrediet:
- minstens tien jaar loopt,
- dient voor de aankoop of renovatie van uw
enige en eigen woning.
Uw woonbonus wordt berekend aan het 'marginaal tarief'. Concreet past men een percentage tussen 30 % en 50 % toe op de uitgaven die voor belastingvermindering in aanmerking komen. Het precieze percentage hangt af van uw inkomen. Voor de woonbonus kunt u
maximaal 2.280 euro aan interesten en kapitaalaflossingen in mindering brengen. Is uw woonkrediet nog geen tien jaar oud, dan komt er 760 euro bij (= 3.040 euro). En met drie kinderen ten laste, op 1 januari van het jaar het aangaan van uw woonkrediet, verhoogt de woonbonus nog eens met 80 euro (= 3.120 euro).
Geen (eigen) woning
Als u aan langetermijnsparen doet los van een woonkrediet of als u geen eigen woning hebt, levert dat langetermijnsparen u mogelijk een federaal fiscaal voordeel op. Dat voordeel wordt berekend op uw netto belastbaar jaarinkomen (15 % op de eerste 1.880 euro en 6 % op de rest). U kunt maximaal 2.260 euro in mindering brengen. Uw belastingvermindering bedraagt 30 %.
Niet-enige woning
Als u aan langetermijnsparen doet bij het woonkrediet voor een woning die niet uw enige woning is, kan ook dat langetermijnsparen u een gewestelijk fiscaal voordeel opleveren. Het wordt berekend op uw netto belastbaar jaarinkomen (15 % op de eerste 1.900 euro en 6 % op de rest). U kunt maximaal 2.280 euro in mindering brengen. Uw belastingvermindering bedraagt 30 %.
Maar let op:
De woonbonus en het fiscaal voordeel op het langetermijnsparen zijn twee communicerende vaten. Als u de maximum woonbonus geniet, krijgt u geen belastingvermindering meer voor uw langetermijnsparen.
Zit uw woonbonus niet aan het maximum, dan is er mogelijk wel nog ruimte om aan langetermijnsparen te doen.
Neem nu het voorbeeld van Martine. Zij woont in het Vlaams Gewest. Ze heeft een netto belastbaar jaarinkomen van 35.000 euro. Sinds 2005 heeft ze een woonkrediet voor haar huisje en betaalt ze jaarlijks 1.000 euro aan interesten en kapitaalaflossingen. Daarmee zit ze niet aan het plafond van de woonbonus (= € 2.280). Een eenvoudige berekening toont hoeveel Martine nog kan sparen via het federale langetermijnsparen:
- ze neemt de maximale vermindering voor langetermijnsparen = € 2.260
- ze vermindert die met haar vermindering voor de woonbonus = € 1.000
€ 2.260 - € 1.000 = €1.260
Martine kan via langetermijnsparen nog 1.260 euro
sparen voor later, terwijl ze nu al een mooi fiscaal voordeel krijgt.