Vijf stellingen over uw pensioen: waar of niet waar?

Als u alleen op uw wettelijk pensioen vertrouwt, riskeert u van een koude kermis thuis te komen als u voor het eerst uw pensioenbedrag op uw rekening ziet verschijnen.
Benieuwd naar hoeveel uw wettelijk pensioen zal bedragen? U kan dit checken via www.mypension.be. Maar ga eerst even zitten! Want dat wordt ongetwijfeld even schrikken.

Gelukkig steunt een goed voorbereid pensioen niet op deze ene pijler alleen. Naast de eerste pijler (het wettelijk pensioen zeg maar) zijn er nog drie andere pijlers die u kunnen helpen om uw levensstandaard na pensionering veilig te stellen:​​

• ​De tweede pijler
  ​Dit zijn alle aanvullende pensioenkapitalen die mensen tijdens hun professionele loopbaan opbouwen als werknem er of als zelfstandige. Voor werknemers wordt dit geregeld via het bedrijf of de sector waarvoor zij werken. Zelfstandigen moeten hiervoor zelf de nodige stappen zetten.
• ​De derde pijler
  Het gaat om individuele contracten die de klant op eigen initiatief aangaat met de bedoeling om een aanvullend pensioenkapitaal op te bouwen, zeg maar om pensioensparen en langetermijnsparen.
• De vierde pijler
  Deze pijler omvat alle pensioenvoorbereidingen zonder fiscaal voordeel. Omdat er door de overheid geen fiscale stimulans gegeven wordt, is voor die vierde pijler zowat alles mogelijk. Beleggingsfondsen, obligaties, tak 21- of tak 23-verzekeringen, goud, juwelen, kunst, … Alles kan en mag.
  

Wil u alles weten over deze vier pijlers? Lees dan zeker ook het artikel Hoe bereid ik mijn pensioen zo goed​ mogelijk voor?​

Conclusie? Deze stelling is NIET WAAR.​

Heel wat mensen denken dat hun wettelijk pensioen gelijk is aan een percentage van hun laatste beroepsinkomen.
Niets is minder waar.
Hoeveel wettelijk pensioen u ontvangt, hangt af van:

• Uw statuut: loontrekkende, ambtenaar of zelfstandige
• Uw loon: hoe hoger uw loon, hoe hoger uw pensioen
• Het aantal jaren dat u gewerkt hebt: een volledige carrière bedraagt 45 jaar. Hebt u minder dienstjaren, dan wordt uw pensioenbedrag proportioneel omgerekend en zult u minder pensioen ontvangen.
• Uw gezinssituatie: als u gehuwd bent, kan u in sommige gevallen aanspraak maken op een gezinspensioen, bijvoorbeeld als u of uw partner geen of een zeer beperkt inkomen heeft.

Elk jaar dat u gewerkt hebt, levert een bepaald pensioenbedrag op. Voor periodes van werkloosheid of ziekte wordt uw pensioen berekend op basis van een fictief loon.
Uw wettelijk pensioen is dan de som van al deze verworven delen.

Alle gewerkte periodes tellen mee voor de berekening van uw pensioen, niet alleen de laatste jaren van uw carrière. Laat staan dat er enkel rekening zou worden gehouden met uw laatste beroepsinkomen. ​

Conclusie? Deze stelling is ​ NIET WAAR.

De belastingdruk en de sociale lasten op beroepsinkomsten wegen zwaar door in België. Niet overtuigd? Vergelijk dan even uw bruto-inkomen met het nettobedrag dat u elke maand op uw rekening ziet verschijnen.
Extralegale voordelen zoals maaltijdcheques, ecocheques, een salariswagen, … werden in het leven geroepen om die druk wat te verzachten. De keerzijde van de medaille is dat er op dergelijke inkomsten geen sociale bijdragen betaald worden en ze daarom ook niet meetellen voor de berekening van uw pensioen.

Hebt u een salariswagen? Weet dan dat dit voordeel na pensionering wegvalt en dat u zelf een wagen zal moeten aanschaffen. Terwijl het jarenlange voordeel dat u genoten hebt, geen invloed heeft op het bedrag dat u als wettelijk pensioen zal ontvangen.;​

​
​ Conclusie? Deze stelling is NIET WAAR.

Met pensioenkloof bedoelen we het verschil tussen uw laatste beroepsinkomen en het wettelijk pensioen dat u ontvangt.
Die kloof is in België groter dan in een aantal ons omringende landen en paradoxaal genoeg is ze het grootst voor hogere inkomenscategorieën. Er is immers een maximuminkomen dat in aanmerking komt voor de berekening van uw wettelijk pensioen.

In 2020 was dit maximumbedrag 60.026,75 euro bruto (dertiende maand en vakantiegeld inbegrepen). Het wettelijk pensioen van een loontrekkende zal nooit meer dan 60% van dit bedrag bedragen, ook niet als hij of zij een veel hoger inkomen heeft. Met het gedeelte boven dit plafond wordt helaas geen rekening gehouden voor de berekening van het wettelijk pensioen.

Daarom hebben ook hogere inkomens er alle belang bij om die pensioenkloof te dichten en een aanvullend pensioenkapitaal op te bouwen via hun werkgever (tweede pijler), door aan pensioensparen of langetermijnsparen te doen (derde pijler), of bijvoorbeeld te investeren in onroerend goed (vierde pijler). 

Conclusie? Deze stelling is WAAR.​

​In België hebben we een zogenoemd 'repartitiesysteem'. Dat wil zeggen dat de actieve bevolking bijdragen betaalt om de pensioenen van de huidige gepensioneerden te bekostigen. In dit systeem is er een groot solidariteitsaspect: wie nu werkt, is solidair met de oudere generatie. Toekomstige pensioenen zullen worden betaald door de generatie die professioneel actief zal zijn op dat moment.
Dit model komt echter onder druk te staan als het aantal gepensioneerden fors toeneemt. En dat is nu net de uitdaging waar we door de vergrijzing van de bevolking mee te kampen hebben. ​

Conclusie? Deze stelling is WAAR.